Aangifte personenbelasting: specifieke indieningstermijn
Solange Saghbini
Ontving u een vereenvoudigde aangifte die moest worden aangepast? Dan geldt een uiterste indieningstermijn tot 31 oktober 2025. Lees wat u moet weten.
De grote meerderheid van de Belgische rijksinwoners onderworpen aan personenbelasting, heeft zoals elk jaar hun aangifte voor de personenbelasting al ingediend tegen eind juni of midden juli 2025 (voor inkomstenjaar 2024).
Indien u echter een vereenvoudigde aangifte ontving die moest worden aangepast door het toevoegen van specifieke inkomsten, dan geldt een uiterste indieningstermijn van 31 oktober 2025 (zowel voor uzelf als voor een eventuele mandataris), via Tax-on-web.
In welke situaties geldt deze specifieke indieningstermijn?
Deze termijn geldt onder andere voor belastingplichtigen die zelfstandige inkomsten of buitenlandse beroepsinkomsten hebben ontvangen: winsten en/of baten, bezoldigingen van bedrijfsleiders, bezoldigingen van meewerkende echtgenoten (wettelijk samenwonenden), of buitenlandse beroepsinkomsten.
Indien u vorig jaar (inkomstenjaar 2023, aanslagjaar 2024) een juridische constructie in België of het buitenland (zoals een trust) hebt aangegeven als oprichter of begunstigde (code 1077-87), of indien u in 2024 zo’n constructie hebt opgericht of er sinds dit jaar begunstigde van bent, dan geldt deze termijn automatisch ook voor u. Ter herinnering: deze wettelijke verplichting bestaat al tien jaar. Sinds vorig jaar moet u, indien u een dividend of enig voordeel uit deze constructie hebt ontvangen, een specifieke bijlage (276CJC) toevoegen aan uw aangifte. Het niet aangeven hiervan wordt automatisch bestraft met een boete.
Tot slot geldt de verlengde indieningstermijn tot 31 oktober 2025 ook indien u dit jaar (inkomsten 2024) voor het eerst moet aangeven: een onroerend goed in het buitenland, een onderhoudsuitkering ontvangen van of betaald aan een persoon in het buitenland, een lening afgesloten in het buitenland, een juridische constructie, of de toepassing van het bijzondere belastingstelsel voor ingekomen belastingplichtigen en onderzoekers.
Ter herinnering: voor een buitenlands onroerend goed (niet verhuurd of verhuurd voor privégebruik) bepaalt de fiscus een kadastraal inkomen, dat u moet opnemen (niet geïndexeerd) in uw aangifte, net zoals voor een niet-eigen Belgisch goed. Als uw onroerend goed gelegen is in een land waarmee België een dubbelbelastingverdrag gesloten heeft, wordt dit inkomen niet rechtstreeks belast, maar telt het mee voor de berekening van uw globale belastingtarief (het zogenaamd progressievoorbehoud). U kan ons artikel "Wilt u investeren in een tweede verblijf? Wat zijn de gevolgen voor uw vermogen?" raadplegen voor meer informatie hierover.
Hoe worden uw beleggingen en spaargeld belast?
Hoewel er voor het inkomstenjaar 2024 (aanslagjaar 2025) geen fundamentele wijzigingen zijn in de fiscaliteit van beleggingen en spaargeld, herinneren we u graag aan enkele relevante punten:
Vrijstelling voor dividenden
Voor dividenden die in het jaar 2024 aan de Belgische roerende voorheffing onderworpen werden, kan u het bedrag van de terug te vorderen roerende voorheffing ingeven (en dus niet het bedrag van de vrijgestelde dividenden). Dit moet onder de codes 1437-18 / 2437-85 in het vak VII betreffende de inkomsten van roerende goederen en kapitalen.
Een bepaald deel van de dividenden kan namelijk vrijgesteld worden via uw jaarlijkse belastingaangifte. Voor het inkomstenjaar 2024 (belastingjaar 2025) bedraagt het ‘vrijgestelde’ deel maximaal 833 euro. U kunt dus rekenen op een fiscaal voordeel van maximaal 249,90 euro (indien de ingehouden Belgische roerende voorheffing 30% bedroeg) per belastingplichtige. Het terug te krijgen bedrag wordt vervolgens afgetrokken van de verschuldigde belasting of terugbetaald indien er geen belasting verschuldigd is.
De bewijsstukken moeten ter beschikking worden gesteld van de belastingadministratie in geval van controle, maar u moet ze niet bij uw belastingaangifte voegen. Aangezien banken niet verplicht zijn een attest te verstrekken, gaat het in principe om de rekeninguittreksels/documenten betreffende de betaling van de dividenden, waarvoor u een terugbetaling van de ingehouden Belgische roerende voorheffing vraagt. Daarop staan onder meer de naam van de uitkerende vennootschap, het toegekende brutobedrag, het tarief van de Belgische roerende voorheffing, de datum waarop het dividend werd geïnd of toegekend …
Voor dividenden die u in het buitenland hebt ontvangen en die niet aan de Belgische roerende voorheffing werden onderworpen, volstaat het om de maximale korf van 833 euro niet aan te geven.
We herinneren u eraan dat zowel dividenden van Belgische als buitenlandse aandelen in aanmerking komen. Dividenden van beleggingsfondsen zoals beveks komen daarentegen niet in aanmerking voor deze regeling. U kunt zelf kiezen voor welke van de in aanmerking komende dividenden u de terugbetaling van de roerende voorheffing vraagt.
Individuele rekeningen en levensverzekeringen in het buitenland
Wij herinneren u eraan dat het verplicht is om de rekeningen waar u (of uw echtgeno(o)t(e)/wettelijke samenwoner) houder van bent in het buitenland en/of de levensverzekeringspolissen waar u (of uw echtgeno(o)t(e)/wettelijke samenwoner) verzekeringnemer van bent in het buitenland te vermelden in het vak XIII, onder de codes 1075-89 en/of 1076-88.
Rechtstreeks in het buitenland ontvangen roerende inkomsten
Indien u ten slotte roerende inkomsten ontvangt in het buitenland (dividenden, interesten …) zonder tussenkomst van een Belgische tussenpersoon en er nog geen Belgische roerende voorheffing werd ingehouden, dan bent u verplicht die inkomsten op te nemen in uw aangifte onder het vak VII ‘Inkomsten van roerende goederen en kapitalen’, punt A. 2. b) (meestal onder de codes 1444-11 en 2444-78, die betrekking hebben op de roerende inkomsten die onderworpen zijn aan het standaardtarief van de Belgische roerende voorheffing van 30%).
Disclaimer: Deze publicatie heeft een louter informatief karakter en verbindt geenszins de bank. Zij houdt geen rekening met uw persoonlijke situatie en kan in geen geval gelijkgesteld worden met een juridisch of fiscaal advies noch met een raad over financiële planning. Ze houdt rekening met de wetgeving die van kracht is op het moment van schrijven. Gezien de complexiteit van bepaalde verrichtingen en hun implicaties op burgerrechtelijk en fiscaal vlak, raden wij u ten stelligste aan om uw notaris of persoonlijk adviseur te raadplegen.
Gerelateerde artikels
Erfenis en fiscaliteit
Artikel